Afbeeldingen kunnen meer zeggen dan woorden. Ze illustreren, verfraaien, verleiden en ontroeren. Ze kunnen ook in één oogopslag informeren of aanzetten tot actie. Denk aan een topografische kaart, een foto bij een nieuwsartikel of het icoontje van een downloadknop. Maar niet iedereen kan de relevante informatie in afbeeldingen (goed) waarnemen. Wie afbeeldingen niet (goed) kan waarnemen mist soms cruciale informatie. Daarom is het nodig afbeeldingen toegankelijk te maken. Bijvoorbeeld door afbeeldingen hoorbaar of voelbaar te maken.

Beeld beschrijven

Een afbeelding hoorbaar of voelbaar maken doe je door het beeld te beschrijven. Op deze manier zet je beeld om in tekst. En tekst kun je hoorbaar maken. Bijvoorbeeld met hulpsoftware die deze tekst voorleest. Of je kunt een beeldbeschrijving voelbaar maken, bijvoorbeeld door een brailleleesregel aan te sluiten op je computer, waarmee de beschrijving kan worden gelezen. Nu kunnen ook mensen met een visuele beperking de afbeelding zien zonder te kijken.

Maar niet alleen mensen met een visuele beperking hebben baat bij een beeldbeschrijving als alternatief voor een afbeelding. Op het moment dat je een infographic op je telefoon wilt bekijken is het wellicht toch handiger om de beschrijving te lezen in verband met het formaat van je scherm. Ook als je een slechte internetverbinding hebt en afbeeldingen niet laden is een alternatief voor de afbeeldingen handig. Gebruikers zijn in dit geval situationeel beperkt en profiteren van het alternatief. Ook mensen met een cognitieve beperking kunnen gebruik maken van een beeldbeschrijving. Bijvoorbeeld om een afbeelding beter te begrijpen, te snappen wat het doel is van een afbeelding of wat de essentie is van wat afgebeeld wordt. Het helpt ze tot de kern van de afbeelding te komen zonder afleiding of andere cognitieve uitdagingen. Daarnaast helpen beeldbeschrijvingen ook mee aan de SEO van een website. Hoe beter en doeltreffender de beeldbeschrijving, hoe beter deze (samen met je website) rankt in zoekresultaten van zoekmachines zoals Google of Bing.

Toevoegen van een beeldbeschrijving

Een beeldbeschrijving toevoegen kan op drie manieren:

  1. Via een tekstalternatief
  2. Via een lange beeldbeschrijving
  3. Of via de context van de afbeelding

De manier die je kiest heeft invloed op wie toegang heeft tot de afbeelding. Sommige methodes maken de beschrijving alleen beschikbaar voor mensen die gebruik maken van hulpsoftware zoals schermleessoftware of brailleleesregels. Bij andere methodes profiteren ook mensen in een situationele beperking of mensen met een cognitieve beperking mee.

Controleren van beeldbeschrijving

Als je in een website, document of publicatie wilt controleren of er beeldbeschrijvingen zijn, moet je op de bovengenoemde drie plekken kijken of er een beeldbeschrijving aanwezig is. Behalve de beschikbaarheid van afbeeldingen, moet je ook controleren of de inhoud van de beeldbeschrijving volstaat.

Inhoud van een beeldbeschrijving

De inhoud van de beeldbeschrijving wordt bepaald door onder andere functie, doelgroep en plek van de afbeelding. Sommige beeldbeschrijvingen zijn makkelijk te maken; auteurs, redacteuren en vormgevers kunnen met enkele handvatten voor een beeldbeschrijving al snel uit de voeten. Andere afbeeldingen zijn complexer en lastiger te beschrijven. Hoe beschrijf je bijvoorbeeld afbeeldingen in een prentenboek? Of afbeeldingen in een educatieve publicatie? Soms is veel kennis en expertise nodig om dan tot een goede beeldbeschrijving te komen.

Officiële richtlijnen & bronnen

Natuurlijk wil je je website, documenten of publicaties toegankelijk maken voor mensen met een visuele beperking, in een specifieke situatie of met cognitieve beperking. Daarnaast is (of wordt) het veelal verplicht. In artikel Wat zegt de WCAG 2.1 over afbeeldingen staat omschreven in welke gevallen een alternatief voor beeld verplicht is en welke uitzonderingen er zijn. Echter, ook al voldoe je aan de WCAG, dan nog kan het zijn dat een afbeelding onvoldoende toegankelijk is. Onderaan in deze pagina vindt je bronnen voor verdieping. Ook zijn er (online, gratis) trainingen over dit onderwerp. Of raadpleeg een Snelstartgids zoals Doe Mee! (PDF, nieuw venster), waarin dit en meer gerelateerde onderwerpen aan de orde komen.

Heb je nog specifieke vragen? Behoefte aan verdieping, advies of expertise? Neem contact op en we zoeken het juiste antwoord, de juiste expert of bron voor je op.

Je komt het vast wel eens tegen: tekst in de vorm van een digitale afbeelding. Ofwel afbeeldingen van tekst. De tekst is dan een plaatje, geen ‘echte’ tekst. Dit is gebruiksonvriendelijk voor iedereen die een term wil kopiëren, tekst wil lezen op een telefoon (horizontaal scrollen) of met een slechte internetverbinding zit. Maar voor gebruikers met een visuele, motorische of cognitieve beperking is de tekst uit de afbeelding helemaal niet te gebruiken. Hulpsoftware kan de tekst niet interpreteren en dus niet voorlezen, voelbaar maken, of matchen met bijvoorbeeld gesproken opdrachten. Ook gebruikers die graag hun lettertype, lettergrootte of regelafstand willen aanpassen, lopen tegen beperkingen aan. Bovendien, zoekmachines kunnen de inhoud van afbeeldingen met tekst niet zo goed interpreteren als tekst. Afbeeldingen van tekst helpen dus niet bij de ranking in zoekmachines (SEO).

Controleren

Soms is niet direct te zien of je te maken hebt met een afbeelding van tekst. Er zijn verschillende manieren om te controleren of er een afbeelding van tekst in je publicatie zit. Eén voorbeeld:

  • Zet alle afbeeldingen uit. Doorgaans bevat je browser functies om afbeeldingen uit te zetten.
  • Kijk in de code. Hierin kun je zien of een afbeelding of tekst is toegevoegd.
  • Kopieer de tekst en plak deze in kladblok. Kladblok ondersteunt geen afbeeldingen. Als er géén tekst verschijnt, heb je een afbeelding gekopieerd en geen echte tekst.

Afbeelding met tekst

Naast afbeeldingen van tekst, heb je ook afbeeldingen met tekst. Denk bijvoorbeeld aan een foto van een informatiebord, een schermopname, een grafiek, infograpic of diagram. Deze tekst is in de meeste gevallen niet om te zetten naar echte tekst, zonder dat het de context van de visuele informatie in de afbeelding verliest. In dit geval geldt dat je een alternatief voor de afbeelding moet bieden, al dan niet met alle tekst erin.

Richtlijnen

Volgens richtlijnen zijn afbeeldingen van tekst niet toegestaan. Tenzij de tekst aanpasbaar is, dus wanneer je lettertype, lettergrootte, kleur, et cetera kunt aanpassen. Of als het noodzakelijk is om een afbeelding van de tekst te maken. Bijvoorbeeld als het een functionele afbeelding van tekst is en de tekst op geen andere wijze (zoals met CSS) dan een afbeelding weer te geven is. Dit is het geval als de afbeelding onderdeel is van een beeldmerk of logo.

Bronnen

Wil je je verder verdiepen in de toegankelijkheid van afbeeldingen van tekst? Onderaan deze pagina vind je bronnen voor verdieping. Ook zijn er (online, gratis) trainingen over dit onderwerp. Of raadpleeg een Snelstartgids zoals Maak open! (PDF, nieuw venster), waarin dit en meer gerelateerde onderwerpen aan de orde komen. Heb je nog specifieke vragen? Behoefte aan verdieping, advies of expertise? Neem contact op en we zoeken het juiste antwoord, de juiste expert of bron voor je op.

Met een beeldbeschrijving zorg je ervoor dat méér mensen de afbeelding kunnen waarnemen en gebruiken. Wat een beeldbeschrijving is en waarom deze belangrijk is, staat omschreven in het artikel ‘Afbeeldingen zien zonder te kijken’.

Hoe voeg je een beeldbeschrijving toe aan een afbeelding op een website, in een document of publicatie? Er zijn verschillende manieren die je met elkaar kunt combineren:

1. Tekstalternatieven

Strikt genomen is een tekstalternatief volgens de WCAG 2.1 een beschrijving van de afbeelding die door (hulp)software geassocieerd kan worden kan worden met de afbeelding. Software moet dus begrijpen bij welke afbeelding de tekst hoort, zodat de gebruiker hier direct gebruik van kan maken.

Dit is een belangrijk detail. Dit betekent namelijk dat het tekstalternatief onder water of in de code gelinkt moet zijn aan de afbeelding. Doorgaans zal er daarom gebruik gemaakt worden van de alt-tekst of alternatieve tekst.

  • Alt-tekst in HTML: aan een afbeelding (img-element) moet een ‘alt-attribuut’ toegevoegd worden. Dit kan direct in de HTML of via een WYSIWYG-editor. In het alt-attribuut staat het tekstalternatief. Als een afbeelding decoratief is, moet het alt-attribuut aanwezig zijn, maar zonder waarde. In dit geval wordt de afbeelding genegeerd door hulpsoftware. Sommige gebruikers zullen dan dus geen weet hebben van het bestaan van de afbeelding. In sommige gevallen kan in HTML ook gebruik gemaakt worden van het title-attribuut, of ARIA-attributen.
  • Alternatieve tekst in opmaakprogramma of tekstverwerker: Opmaakprogramma’s zoals Adobe InDesign en tekstverwerkers zoals Microsoft Word hebben een functie om een alternatieve tekst toe te voegen of aan te geven dat de afbeelding decoratief is. Weet je niet hoe je met jouw programma een alternatieve tekst kan toevoegen, raadpleeg dan de handleiding.

Houd er rekening mee dat alternatieve tekst alleen waarneembaar is voor gebruikers met specifieke hulpsoftware, zoals schermleessoftware. Het tekstalternatief is kort en bondig en bevat platte tekst (zonder opmaak).

2. Lange beeldbeschrijving

Een lange beeldbeschrijving kan ook volledige, verlengde of uitgebreide beeldbeschrijving genoemd worden. Zoals de term al zegt, kun je hier meer informatie kwijt. Daarbij kun je ook gebruik maken van opmaak. Je kunt bijvoorbeeld koppen, tabellen of opsommingen toevoegen aan deze beeldbeschrijving. Erg handig als je een diagram, grafiek of stroomdiagram beschrijft. Bovendien is een volledige beeldbeschrijving waarneembaar en te gebruiken voor iedereen. Niet alleen gebruikers met hulpsoftware.

3. In context

In de context of in de lopende tekst van een website, document of publicatie kun je ook omschrijven wat er op een afbeelding staat. Dit is de meest inclusieve manier van beeldbeschrijven, omdat een gebruiker geen gebruik hoeft te maken van specifieke tools om een beeldbeschrijving te krijgen. Ook hoeft een gebruiker niet ‘uit’ de tekst om de afbeelding waar te kunnen nemen. Zeker bij complexere afbeeldingen kan dit een waardevolle methode zijn om een afbeelding te beschrijven. De beschrijving is immers waarneembaar voor iedereen, ook voor gebruikers die geen hulpsoftware gebruiken. Gebruikers (al dan niet met visuele of cognitieve beperking) zullen de functie, het doel en de essentie van de afbeelding hierdoor ook beter begrijpen.

Bijschrift

Soms worden bijschrift en tekstalternatieven met elkaar verward. Misschien, omdat ze beide gelinkt zijn aan de afbeelding, of omdat ze beide kort en bondig zijn. Een bijschrift heeft echter niet de functie om een afbeelding te beschrijven of een beeldbeschrijving te geven. Het bijschrift geeft aan waar de afbeelding over gaat. Het duidt de afbeelding. Het zegt niet wat er in de afbeelding staat. Bijvoorbeeld het bijschrift ‘Verkoopcijfers van appels en peren in 2023’ duidt de afbeelding. Het tekstalternatief geeft aan dat het om een grafiek gaat en wellicht wat daarin opvalt. Bijvoorbeeld een grote piek in een bepaalde periode.

Het bijschrift is echter wel belangrijk. Ook voor lezers met hulpsoftware. Zij kunnen scannend door een website, document of publicatie gaan en aan de hand van een bijschrift bepalen of ze wel of niet de afbeelding gaan bekijken.

Beeldbeschrijvingen controleren

Goed dat er een tekstalternatief (en beeldbeschrijving) aanwezig is. Maar is deze goed? Controleer je publicaties op de juiste plek van beschrijvingen en de inhoud. Wat de inhoud van een tekstalternatief en beeldbeschrijving kan zijn, lees je artikel Hoe maak je een beeldbeschrijving.

Bronnen en verdieping

Zoek je meer informatie of verdieping? Bijvoorbeeld over hoe je het beste een verlengde beeldbeschrijving toe kunt passen, wat het meest geschikt is voor die ene specifieke afbeelding of soort publicatie? Raadpleeg de bronnen onderaan deze pagina. Ook zijn er (online, gratis) trainingen over dit onderwerp. Of neem contact op en we zoeken het juiste antwoord, de juiste expert of bron voor je op.

Bij afbeeldingen van tekst wordt tekst niet als tekst weergegeven, maar als plaatje. Hoewel dit gebruiksonvriendelijk is voor iedereen zijn afbeeldingen van tekst niet waar te nemen voor gebruikers die blind of slechtziend zijn. Bovendien voldoe je hiermee niet aan de toegankelijkheidseisen over afbeeldingen.

Maar hoe doe je het dan goed? In de leermodule Afbeeldingen van tekst op het Platform Inclusief Publiceren in de Praktijk leer je hoe je een tekstafbeelding kan herkennen. Immers, niet alle afbeeldingen mét tekst zijn afbeeldingen ván tekst. Er is in de module aandacht voor de uitzonderingen en hoe je daarmee omgaat. Je leert waarom je dit type afbeelding moet vermijden, wat goede alternatieven zijn en welke gebruikers daar baat bij hebben.

Leereenheden

Het advies is om de complete leermodule Afbeeldingen van tekst te volgen, voor iedereen die in de details wil duiken van afbeeldingen van tekst. De module bestaat uit twee leereenheden:

  1. Gebruikers en ervaringen. In dit onderdeel leer je wát een afbeelding van tekst is en waarom dit type afbeelding gebruiksonvriendelijk en ontoegankelijk is.
  2. Richtlijnen en best practices gaat dieper in op details, uitzonderingen, alternatieven en oplossingen. Ook de WCAG-richtlijnen zijn onderdeel van deze leereenheid.

Beide leereenheden zijn gratis te volgen op het Platform Inclusief Publiceren in de Praktijk.

Deze module is onderdeel van cursus Afbeeldingen en tekstalternatieven, samen met module Beeldbeschrijving.

Beeld is overal om ons heen. In kranten, tijdschriften, boeken. Of denk aan al het beeld dat voorhanden is in musea. Of aan verpakkingen, billboards of plattegronden. Beeld kan illustratief zijn, maar ook functioneel. Denk aan pictogrammen. Of afbeeldingen bij opdrachten in schoolboeken. Voor blinde en slechtziende mensen zijn afbeeldingen niet (goed) waar te nemen. Maar ook andere mensen kunnen zonder extra uitleg moeite hebben beelden te verwerken. Beeldbeschrijvingen zorgen ervoor dat beeld wel toegankelijk wordt.

De IPIP Leermodule Beeldbeschrijving op het Platform Inclusief Publiceren in de Praktijk leert je wat een beeldbeschrijving is en waar je deze in publicaties kunt toepassen. Je leert welke mensen beeldbeschrijvingen gebruiken (spoiler: niet alleen blinde gebruikers). Ook wordt ingegaan op de toegankelijkheidsrichtlijnen (WCAG) en hoe je beeldbeschrijvingen het beste toepast, zowel inhoudelijk als technisch.

Leereenheden

Het advies is om de leermodule Beeldbeschrijving integraal te volgen, zodat je alle facetten van het maken van beeldbeschrijving leert kennen. De module bestaat uit vier leereenheden:

  1. Gebruikers en ervaringen is een introductie in de beeldbeschrijvingen. Wat houdt een beeldbeschrijving in? Op welke plekken kun je deze toepassen in publicaties? Waarom zijn beeldbeschrijvingen belangrijk voor blinde en slechtziende gebruikers, gebruikers met cognitieve stoornissen, uitgevers en SEO-specialisten?
  2. Richtlijnen en best practices omschrijft hoe het type afbeelding invloed heeft op de inhoud van je beeldbeschrijving. We geven tips & tricks die je helpen bij het maken van een goede inhoudelijke beeldbeschrijving. En we laten je zien welke aanpak je het beste kunt hanteren. Ook komen de toegankelijkheidsrichtlijnen (WCAG) aan de orde.
  3. Controles leert je hoe je checkt of je voldoet aan de richtlijnen van een goede beeldbeschrijving. Op welke manier controleer je de aanwezigheid van een beeldbeschrijving? En hoe controleer je of de inhoud volstaat?
  4. Specificaties en uitvoering is technischer van aard. Het leert je verschillende technieken en methoden om beeldbeschrijvingen op de juiste manier te implementeren. Van iedere methode komen de voor- en nadelen aan bod.

Alle leereenheden zijn gratis te volgen op het Platform Inclusief Publiceren in de Praktijk.

Deze module is onderdeel van cursus Afbeeldingen en tekstalternatieven samen met module Afbeeldingen van tekst.

In de periode 2021 – 2022 werden workshops georganiseerd voor leden van de Mediafederatie. Deze stonden bekend onder de noemer TPUB2, het vervolg op de eerste kennissessie van het project Toegankelijk publiceren aan de bron. Van de deelnemende uitgevers werd alleen een investering in tijd gevraagd om de workshops te volgen en de kennis op te nemen, om daarna het geleerde in eigen huis verder te brengen. Doel: uitgevers klaar te stomen, voordat de wetgeving rondom toegankelijk publiceren in 2025 van kracht gaat.

Deze vervolgworkshop bood de deelnemers verdiepende kennis en vaardigheden voor het toegankelijk publiceren van e-books. In de twee uur durende online workshop werd nader ingezoomd op het publicatieproces van een EPUB, van bronbestand tot uitgave.

In een eerdere workshop over toegankelijke e-books werd een belangrijke basis gelegd. De verdiepende workshop was echter ook te volgen zonder deze voorkennis.

Inhoud

Na een herhaling van toegankelijkheidsrichtlijnen in vogelvlucht werd de standaard EPUB Accessibility 1.0 samengevat en kwamen ook de toegankelijkheidsmetadata (ONIX, Schema.org) voor e-books aan bod. Deze metadata spelen een belangrijke rol in de gehele publicatieketen. Deelnemers kregen inzicht in de verschillende stappen binnen de keten: welke stappen zijn relevant om e-books toegankelijk(er) te maken, van bronbestand tot uitgave. Binnen dit proces werden diverse knooppunten onderscheiden, zoals een overdrachtsmoment, een conversie of een bewerking. Aan de hand van deze knooppunten kregen de deelnemers inzicht in de belangrijkstee aandachtspunten, mogelijke valkuilen en oplossingsrichtingen om samen te kunnen werken aan toegankelijkheid aan de bron.

Resultaat

Met deze verdiepende workshop over toegankelijke websites en apps werden de volgende resultaten nagestreefd:
Deelnemers kunnen…

  • knooppunten in het eigen publicatieproces definiëren;
  • bepalen welke eisen relevant zijn voor toegankelijkheid bij knooppunten;
  • oplossingen bedenken voor het borgen van toegankelijk binnen de eigen publicatieketen;
  • benoemen op welke momenten toegankelijkheidscontrole wenselijk is.

Voorbereiding

Ter voorbereiding werden de deelnemers aanbevolen om…

Doelgroep

De workshop was in eerste instantie bedoeld voor de coördinator Toegankelijkheid, aangevuld met een collega met het volgende profiel:

  • redacteur/contentspecialist/documentenmaker
  • productiebegeleider
  • project manager/product owner
  • uitgeefcoördinator/uitgever.

Bekijk de workshop Websites en apps (verdieping)

Nieuwsgierig naar de inhoud van deze workshop? Download dan dit document:

Bekijk de presentatie in Microsoft PowerPoint (10,2Mb)

Onder de noemer TPUB2 werden in de periode 2021 – 2022 workshops georganiseerd voor leden van de Mediafederatie. Van de deelnemende uitgevers werd alleen een investering in tijd gevraagd om de workshops te volgen en de kennis op te nemen, om daarna het geleerde in eigen huis verder te brengen. Doel: uitgevers klaar te stomen, voordat de wetgeving rondom toegankelijk publiceren in 2025 van kracht gaat.

Doel van deze workshop was een verdieping van kennis en vaardigheden digitale toegankelijkheid wat betreft websites, apps, documenten en e-books. Daarbij konden de deelnemers het geleerde direct vertalen naar de eigen uitgeefpraktijk.

Inhoud

Tijdens de workshop werden de toegankelijkheidsrichtlijnen overzichtelijk en inzichtelijk gemaakt. Wat was al behandeld? Wat gaat nog komen? Waar vinden de deelnemers informatie over de (overige) richtlijnen. En hoe gebruik je die informatie? Daarmee ontstond een overzicht van het behandelde ‘laaghangend fruit’ uit de belangrijke standaard WCAG. Denk bijvoorbeeld aan contrast, kleurgebruik, linkteksten en afbeeldingen. Aan de hand van opdrachten vertaalden deelnemers de toepassing ervan naar hun eigen uitgeefpraktijk, waarbij ze gebruik maakten van eigen digitale publicaties. Ook werd bekeken welke professionals de meest aangewezen personen kunnen zijn om de richtlijn uit te (laten) voeren.

Met opdrachten en handvatten gingen de deelnemers vervolgens dieper in op het toegankelijk maken van afbeeldingen: Hoe maak je een tekstalternatief? Waar moet je op letten? Hoe weet je of de beeldbeschrijving begrijpelijk is? Ook hierbij werden eigen afbeeldingen gebruikt, zoals covers van boeken, afbeeldingen in reisgidsen en prentenboeken, infographics en grafieken van websites.

Ook werd aandacht besteed aan de recente ontwikkelingen rond de Europese Toegankelijkheidsakte en wetgeving die in 2025 van kracht wordt.

Resultaat

Met de workshop Verdiepende kennis werden de volgende resultaten nagestreefd:
Deelnemers kunnen…

  • snel eenvoudige richtlijnen toetsen van een eigen website;
  • relevante richtlijnen raadplegen in de standaard WCAG;
  • eenvoudige richtlijnen (laten) toepassen op eigen digitale publicaties;
  • een beeldbeschrijving bij een afbeelding (laten) maken;
  • recente ontwikkelingen rond aanstaande wetgeving benoemen;
  • inschatten welke functies of afdelingen binnen de eigen uitgeverij er betrokken moeten zijn bij specifieke onderdelen van toegankelijk publiceren.

Voorbereiding

Ter voorbereiding werden de deelnemers aanbevolen om…

  • de presentaties van de drie workshops basis, websites en e-books door te nemen;
  • de snelstartgidsen Maak Open!, Doe Mee! en Check dit! te lezen. De gidsen bevatten ieder vele praktische tips om te starten met toegankelijk publiceren;
  • eigen websites en afbeeldingen paraat te hebben tijdens de workshop.

Doelgroep

De workshop was bedoeld voor alle functieprofielen. Per deelnemende uitgeverij volgde de coördinator Toegankelijkheid de workshop, aangevuld met naar keuze een:

  • redacteur/contentspecialist/documentenmaker;
  • ontwerper/vormgever;
  • ontwikkelaar/tester;
  • productiebegeleider;
  • projectmanager/product owner;
  • uitgeefcoördinator/uitgever.

Bekijk de workshop Verdiepende kennis

Nieuwsgierig naar de inhoud van deze workshop? Download dan een van deze documenten:

Beide documenten zijn toegankelijk.